Sinds de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is de administratie rond loonbeslag van werknemers minder omslachtig geworden. Een aantal zaken hoef je als werkgever niet meer te doen. Maar welke verplichtingen heb je als werkgever wel?
Verzoek om informatie van de deurwaarder
Voordat er een beslag op het loon van de werknemer wordt gelegd, ontvang je als werkgever van een deurwaarder een verzoek om informatie, een ‘verklaringsformulier derdenbeslag’. Dat is een vragenlijst over onder meer de arbeidsovereenkomst en het salaris van de werknemer. Als werkgever ben je verplicht om deze informatie te geven. Je ontvangt bij het verzoek om informatie ook een ‘beslagexploot’ van de deurwaarder. Dat is een proces-verbaal van het beslag.
De vragenlijst moet je pas na tenminste twee weken na dagtekening van het beslag, maar uiterlijk binnen vier weken terugsturen. Als je de vragenlijst niet (juist) invult en terugstuurt, word je mogelijk aansprakelijk gesteld voor eventuele schade van de deurwaarder of van de schuldeiser. Het gaat dan om kosten (voor bijvoorbeeld beslaglegging) die door het ‘niet-doen van verklaring’ voor niets zijn gemaakt. Ook loop je het risico dat je wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag waarvoor beslag is gelegd.
Let op! Je moet de ingevulde vragenlijst dus pas na twee weken opsturen. Zo heb je tijd om contact op te nemen met de werknemer. Er kan wellicht op dat moment nog een betalingsregeling getroffen worden met de schuldeiser om het loonbeslag te voorkomen.
De beslagvrije voet
In het beslagexploot staat de beslagvrije voet. Dat is het deel van het inkomen dat jouw werknemer mag houden voor de vaste lasten en om van te leven. Voor het bepalen van de beslagvrije voet wordt een automatische rekenmodule gebruikt. De informatie voor de berekening wordt uit de basisregistratie personen, de gegevens van de Belastingdienst en de polisadministratie van het UWV gehaald. De werknemer ontvangt een ‘modelmededeling beslagvrije voet’. Hierin staat de hoogte van de beslagvrije voet en hoe deze is berekend.
Tip: bereken samen met de werknemer of de hoogte van de beslagvrije voet wel klopt. Dit doe je via www.uwbeslagvrijevoet.nl.
Bezwaar
Als jouw werknemer het niet eens is met de hoogte van de beslagvrije voet, kan hij binnen vier weken bezwaar maken. Wordt dit toegekend, dan gaat de nieuwe beslagvrije voet direct vanaf het begin van het loonbeslag gelden. Maakt de werknemer pas na vier weken bezwaar? Dan hoeft de deurwaarder, als het ingediende bezwaar wordt toegekend, pas vanaf dat moment de beslagvrije voet aan te passen naar het nieuwe bedrag.
De afdracht
Het nettoloon dat overblijft na aftrek van de beslagvrije voet en de onkostenvergoedingen, zoals bijvoorbeeld reiskosten van de werknemer, moet je als werkgever overmaken aan de deurwaarder. Ook het vakantiegeld en een eventuele eindejaarsuitkering moet je overmaken naar de deurwaarder. Maak je geen geld over naar de beslaglegger, dan kan je door de rechter worden veroordeeld tot nakoming van die verplichting.
Meerdere loonbeslagen voor dezelfde werknemer
Je betaalt in principe alleen aan de eerste beslaglegger. Dat doe je tot deze vordering is ingelost. Je verwijst een latere beslaglegger door naar de eerste beslaglegger. Die is verantwoordelijk voor de verdeling van het beslag onder de verschillende beslagleggers. Soms wordt er een tweede beslag gelegd voor een schuld die voorrang heeft. In dat geval legt de eerste beslaglegger aan je uit aan wie je welk bedrag moet betalen.
Comentários